- hoofd
- {{hoofd}}{{/term}}1 [algemeen]tête 〈v.〉2 [bovenste deel van brief] en-tête 〈m.; meervoud: en-têtes〉3 [(van personen) leider, meerdere] 〈m.b.t. gezin〉 chef 〈m.〉 ⇒ 〈m.b.t. school〉directeur 〈m.〉⇒ directrice 〈v.〉♦voorbeelden:1 gezond van hoofd en hart • sain de corps et d'esprithet hoofd van een stoet • la tête d'un cortège〈boekhouden〉 onder een apart hoofd boeken • enregistrer sous une rubrique spécialemet gebogen hoofd lopen • marcher la tête bassemet gedekt hoofd • la tête couvertehij heeft een goed hoofd • il a de la têtehij is een hoofd groter dan ik • il me dépasse d'une têteeen hard hoofd in iets hebben • être pessimiste (concernant qc.)〈figuurlijk〉 met opgeheven hoofd • (marcher) la tête hautezijn hoofd wordt rood van schaamte • le rouge de la honte lui monte au fronteen verstopt hoofd hebben • être enchifenéeen hoofd vol zorgen hebben • n'avoir que des soucis en têtehet hoofd vol hebben van … • ne rêver que de …iets het hoofd bieden • faire front à qc.iemand het hoofd bieden • tenir tête à qn.zich het hoofd over iets breken • se casser la tête sur qc.iemand het hoofd op hol brengen • tourner la tête à qn.het hoofd buigen • baisser la têtehet hoofd er niet bij hebben • avoir la tête ailleurshij heeft zijn hoofd gestoten • il s'est cogné la tête; 〈figuurlijk〉 il s'est cassé le nezhet is hem gelukt het hoofd boven water te houden • il a réussi à se maintenir 〈niet failliet gaan〉het hoofd koel houden • garder la tête froide〈figuurlijk〉 zijn hoofd recht houden • ne pas perdre le nord〈figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • être abattuhet hoofd op de ellebogen laten rusten • se prendre la tête dans les mains〈figuurlijk〉 het hoofd in de schoot leggen • courber la têtehet hoofd loopt mij om • je ne sais (plus) où donner de la têtemen kon over de hoofden lopen • ±on était les uns sur les autreshet hoofd ontbloten • se découvrirhet hoofd schudden • secouer la têtemijn hoofd staat er niet naar • je n'ai pas la tête à çade hoofden bij elkaar steken • 〈overleggen〉 se concerter; 〈samenzweren〉 comploter〈figuurlijk〉 zijn hoofd in de strop steken • se mettre la corde au coude hoofden tellen • compter les personnes présenteshet hoofd verliezen • perdre la têteik durf mijn hoofd eronder te verwedden • j'en mettrais ma main au feuzeur me niet aan het hoofd! • ne me casse pas les pieds!wel wat anders aan z'n hoofd hebben • avoir bien autre chose en têtehij stelde zich aan het hoofd van de beweging • il prit la tête du mouvementaan het hoofd staan van iets • diriger qc.ben je wel goed bij je hoofd? • ça va pas, la tête?niet goed bij, in het, zijn hoofd zijn • ne pas avoir toute sa têteiemand boven het hoofd groeien • 〈ook figuurlijk〉 dépasser qn.dat hangt hem boven het hoofd • cela lui pend au nezdie onderneming is mij boven het hoofd gegroeid • la direction de cette entreprise dépasse maintenant mes capacitéshet werk groeit haar boven het hoofd • elle est submergée de travaildie gedachte speelt mij door het hoofd • cette pensée me trotte par la têtedat is mij door het hoofd geschoten • ça m'est complètement sorti de la têtehet is hem in het hoofd geslagen • il a perdu la tête〈figuurlijk〉 iemand iets in het hoofd stampen • fourrer qc. dans la tête de qn.zich een gat in het (z'n) hoofd vallen • s'ouvrir le crâne en tombantzich licht in het hoofd voelen • avoir le vertige〈figuurlijk〉 zwaar in het hoofd zijn • avoir la tête lourdeiemand in het hoofd treffen • toucher qn. à la têtezich iets in het hoofd zetten • se mettre qc. en têtehoe haalt hij het in zijn hoofd? • 〈denken〉 qu'est-ce qu'il va chercher là?; 〈doen〉 qu'est-ce qui lui prend de faire une chose pareille!het in zijn hoofd halen om te • s'aviser dealles zeggen wat in je hoofd opkomt • dire tout ce qui vous passe par la têtemet het hoofd omlaag • tête baissée; 〈schaamte〉 la tête bassemet het hoofd omlaag vallen • tomber la tête la premièremet zijn hoofd tegen de muur lopen • donner de la tête contre un murmet het hoofd tegen de muur slaan • se cogner la tête contre le muriemand een verwijt naar het hoofd slingeren • lancer un reproche à la tête de qn.〈figuurlijk〉 iemand iets naar het hoofd smijten • jeter qc. à la tête de qn.de drank stijgt hem naar het hoofd • l'alcool lui monte à la tête〈letterlijk〉 op zijn hoofd staan • faire le poirier〈figuurlijk〉 hij kan wel op zijn hoofd gaan staan, ik doe het niet • il a beau faire des pieds et des mains, je ne marche paseen prijs op iemands hoofd zetten • mettre à prix la tête de qn.dat zal op uw hoofd neerkomen • cela vous retombera sur la têteiets over het hoofd zien • ne pas remarquer qc.ik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • je me garderai bien de faire cette bêtisedat laat ik mij niet uit mijn hoofd praten • on ne me fera pas changer d'idéedat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • tu ferais mieux d'abandonner cette idéeuit het hoofd leren • apprendre par coeuruit het hoofd rekenen • calculer de têteuit het hoofd spelen • jouer sans partitioniemand van het hoofd tot de voeten opnemen • examiner qn. des pieds à la têtevan het hoofd tot de voeten gewapend • armé de pied en cap't is om je voor het hoofd te slaan • c'est à se taper la tête contre les murs〈figuurlijk〉 iemand voor het hoofd stoten • offenser qn.een hoofd hebben als een boei • être rouge comme une pivoine〈spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • autant de têtes, autant d'avis2 aan het hoofd van de brief • en tête de la lettre3 het hoofd van het gezin • le chef de famillehet hoofd van de rooms-katholieke Kerk • le chef de l'Eglise catholique¶ uit dien hoofde • pour cette raisonuit hoofde van • en raison deà ne pas faire le plongeon
Deens-Russisch woordenboek. 2015.